Kijken in de buitenwijken

Gildegids Rijk Spijkerboer legt uit
Foto: Helen Kret

De Gildecursus ‘Kijken in de buitenwijken’ maakt je wegwijs in de wijken buiten de singels. In iedere wijk vertellen enthousiaste rondleiders over ontstaan, architectuur, (industriële) ontwikkeling, sociale geschiedenis en nog veel meer. De Wijkkrant kreeg hier een voorproefje.

In september start een nieuwe cursus waarin op vijf achtereenvolgende vrijdagen de wijken Wittevrouwen, Ondiep, Wilhelminapark, Hoograven en Abstede worden bezocht. De wandeling in Wittevrouwen start bij ZIMIHC in de Bouwstraat, met als rondleiders Loes Jacobs en Rijk Spijkerboer. “Na koffie met een inleiding gaan de cursisten, voorzien van een uitgebreide informatiemap, met een gids de wijk in.”

Het Wittevrouwenverhaal begint rond 1850. “Tot die tijd was dit gebied het domein van boeren en tuinders, met hofstedes als de Zandhof en de Bollenhof, en van de kerk”, vertelt Rijk. “De industrie in het huidige Griftpark breidde zich uit en had arbeiders nodig. Bovendien trokken vanwege een hongersnood (1845-1848) veel mensen naar de stad. Er waren dus dringend nieuwe woonwijken nodig. Speculanten zagen, ook toen, hun kans schoon en kochten grond op zodra een boer vertrok. Deze speculanten werkten niet met een stratenplan, maar bouwden huizen lukraak in de wijk.” Pas rond 1890 gaat de gemeente zich met het stratenplan bemoeien, waardoor het later gebouwde deel ten noorden van de Gildstraat veel planmatiger is. Al liepen veel straten destijds dood op het toen ommuurde Veeartsenijterrein. De toenmalige wijkbewoners hadden het niet breed. De mannen werkten op het industrieterrein, in de gasfabriek en bij veevoederfabrikant Hooghiemstra. Hun vrouwen begonnen vaak een ‘nering’, een winkeltje in hun piepkleine voorkamer waar ze producten uit hun boerennetwerk verkochten.

In de jaren zestig ontploft het autoverkeer en ontstaan er plannen voor grote autobanen dwars door de wijk. “Huisbazen stellen hierdoor onderhoud uit, langzaam verpaupert de wijk. In die tijd wordt er door bewoners veel ‘aksie’ gevoerd. In 1975 wordt Wittevrouwen aangemerkt als stadsvernieuwingsgebied.” De gemeente subsidieert het (verplicht) opknappen van de huizen. De arbeiders van toen zijn grotendeels verdwenen. Hun huisjes, net na de oorlog zo’n 5000 gulden waard, doen nu soms 6 ton.

Nieuwsgierig naar meer verhalen? www.gildeutrecht.nl