‘Zou het niet heel mooi zijn voor die muur?’

Werend Griffioen in zijn theaterkelder
Foto: Helen Kret

Prijkt er binnenkort een gedicht op de blinde muur in de M.A. de Ruyterstraat? Als het aan buurtbewoner en dichter Werend Griffioen ligt wel. Zijn gedicht ‘Zicht op de Biltsche Grift vanaf de Utrechtse M.A. de Ruyterstraat’ (zie kader) beleefde tijdens ‘Gluren bij de Buren’ op 4 februari zijn première.

In het knusse theatertje in het souterrain van zijn woning aan de Admiraal van Gentstraat droeg Werenfried, zoals zijn dichtersnaam luidt, het gedicht voor. Het begon bij de poëzieschrijfcursus van Ingmar Heytze. Werend, van huis uit journalist, schreef al langer gedichten, maar wilde graag weten waar hij stond en zijn eigen kwaliteiten beter leren kennen. “Ik word altijd achtervolgd door hevige twijfel”, zegt hij. “Is mijn werk wel goed genoeg voor de wereld? Daarom publiceer ik mijn gedichten ook niet, tot ik vorig jaar een eervolle vermelding kreeg voor een gedicht. Toen dacht ik, ik ben zeventig-plus, vitaal en actief. Na veertig jaar journalistiek moet ik er nu werk van maken.”

Werend schrijft elke maand een gedicht. “Die gedichten hopen zich op. Ik heb op mijn computer een mapje met de naam Rijpkamer. Na een half jaar zitten er zes gedichten in die rijpkamer, nog niet geschikt om aan de wereld te laten zien, maar elke week neem ik er weer eens een kijkje.”

Tijdens de cursus leerde Werend gedichten van anderen, maar ook van hemzelf te beoordelen. Een van de opdrachten was een gevelgedicht schrijven. Ingmar Heytze had op Google Earth voor iedere deelnemer een blinde muur uitgezocht. Werends muur staat in de M.A. de Ruyterstraat en kijkt uit op de Biltsche Grift. “Ik heb er een paar weken over nagedacht. Ik wilde een beetje rijm en een twist. Het is een ‘light verse’, het raakt niet de thema’s des levens. Maar zou het niet heel mooi zijn voor die muur?”

Zicht op de Biltsche Grift vanaf de Utrechtse M.A. de Ruyterstraat

Michiel, Hollands grootste held te water,

ligt al eeuwen languit in zijn monument.

Maar hier, aan de Biltsche Grift,

blijft hij in zijn element.

‘Buskruit en granaten,’

roept hij verschrikt,

‘kano in zicht!’