Bewoners Jitske Rienstra (l) en Elli van Leeuwen, achter hen de ceder
Foto: Annet van den Akker
De Pastor Stockmannhof tussen Bilt-, Bekker- en Bouwstraat, telt al bijna twintig jaar. De geschiedenis van het voormalige terrein van autogarage Nefkens is interessant. Zo ook om na te gaan hoe het met de huidige bewoners van dit bijzondere terrein gaat.
Algemeen bekend is het niet: het terrein van garage Nefkens lag op een voormalig landgoed, het landgoed Salatiga. Eigenares weduwe Sophie Adèle Baudet-Baudet woont er samen met haar zoon Pierre Louis, tuinarchitect en rozenkweker. Sophie is de betbetovergrootmoeder van de bekende politicus (zie verder onder het kopje Salatiga). In 1894 is de villa van Salatiga gesloopt, de percelen worden deels bebouwd en vanaf 1925 is het eigendom van Nefkens. In 1995 vertrekt de garage en verstrijken tien jaren van heftige discussies over de bestemming van het terrein. Vastgoedontwikkelaar Slokker wil ruim veertig woningen met een grote supermarkt, terwijl buurtbewoners opteren voor huur- en koopwoningen, een binnentuin en kleine (ecologische) winkels. Dit leidt tot een compromis: de bouw van 25 huizen aan de zogenoemde Wittevrouwenhof. De verkoop vanaf 11 juni 2003 loopt als een sneltrein. Een krap jaar later staat volgens de foldertekst nog maar ‘Eén unieke stadswoning met een intieme tuin aan de achterzijde in een oase van rust in de bruisende stad’ te koop bij makelaar Hol en Molenbeek.
Pastor Stockmannhof
Slokker betrekt de omwonenden, verenigd in werkgroep Salatiga, bij de ontwikkeling van het terrein. De door hem bedachte naam Wittevrouwenhof vindt geen genade. Toenmalig werkgroeplid en achterbuur Willy Mooy: “We schreven een prijsvraag uit voor een nieuwe naam en daarbij kwam de naam Pastor Stockmannhof zo prominent naar voren, dat we daar niet omheen konden. De katholieke lobby boekte succes. Van veel zaken waar wij voor pleitten, zoals groen en park, kwam niets terecht. Maar we redden een oude knotlinde en een ceder!” Naamgever Bernard Stockmann was jarenlang de pastoor van de Onze Lieve Vrouwekerk aan de Biltstraat. Hij was progressief en vond dat de kerk midden in de samenleving moest staan. Hij was veel mensen tot steun en kon niet tegen onrecht. Hij is begraven op begraafplaats St. Barbara; het typeert hem dat hij niet tussen de priesters wilde liggen, maar tussen zijn parochianen.
Beneden- en Bovenhof
Kopers van het eerste uur zijn Jitske Rienstra en Elli van Leeuwen. Ze woonden met hun twee dochters in de Griftstraat en wilden meer ruimte en vooral een flinke tuin. Ze bemachtigen een hoekhuis in het zogeheten Benedenhof, met veel ruimte en een schuine muur die ze delen met de buren. Jitske: “Dat is zo mooi bedacht door ontwerpbureau Mulleners en Mullleners, zo hebben we geen inkijk bij elkaar.” Op twee na zijn alle huizen anders en uniek. Ze hebben dubbele beglazing, stadsverwarming en geen gas. Jitske: “We hebben een VVE, die loopt als een zonnetje. We beheren alles zelf, hebben commissies voor techniek, groen en schoonmaak, we klussen, eten en borrelen samen. Je kent elkaar al lang en deelt lief en leed. Het merendeel van de mensen woont er al vanaf het begin en wil hier niet meer weg. Net als wij.”
Tweeling Kevin en Nadine Foppen wonen sinds hun geboorte in 2011 op het Bovenhof. Kevin: “Dat je gewoon veel buren hebt is leuk hier. Je kent iedereen en er zijn veel feestdingen. Met oud en nieuw maken de buren zelf oliebollen, we hebben vaak pizza en een springkussen. In de winter maken we een sneeuwschans bij de helling naast de trap en ijshockeyen we op een eigen ijsbaantje. Nadine: “In de zomer zetten we alle zwembadjes op en de waterglijbanen en dan mag al het waterspeelgoed erbij. Vervelend is de kattenpoep, maar dat hebben we mooi opgelost. We maakten flyertjes voor hofbewoners met poezen met een oproep om samen het gras schoon te maken. En dat gebeurde, goed hè! Alle spullen waar we uitgegroeid zijn gaan door naar andere kinderen. Zo kreeg ik een racefiets en gaf een buurjongen zijn skelter door. Leuk hè?”
Salatiga
Wittevrouwen was begin negentiende eeuw heel landelijk. Er was wel wat bebouwing, maar er waren vooral landerijen. Aan de Biltstraat waren zes landgoederen met een buitenhuis: Salatiga, Gildestein, De Oorsprong, Het Hoogeland, Bleijenburg en Compostel. Landgoed Salatiga is vernoemd naar het stadje Salatiga dat in de heuvels van Centraal Java ligt en een wat koeler klimaat heeft. Al in de V.O.C.-tijd waren er veel plantages in dit vruchtbare gebied. De familie Baudet bewoonde de deftige villa op de hoek van de Bekkerstraat, inclusief het landgoed. Dit strekte zich uit over een gebied dat lag tussen de Biltstraat, Bekkerstraat en Palmstraat. Een andere bron meldt dat het landgoed doorliep tot aan de Zandhofsestraat en Poortstraat. In de tuin was een boomgaard met exotische bomen. De straatnamen Palmstraat en Dadelstraat herinneren hieraan. Behalve bomen werden rozen gekweekt op het landgoed. In 1894 werd villa Salatiga samen met voor-, achtertuin en bouwterrein verkocht aan H. Oostveen voor fl. 23150. In datzelfde jaar is de villa gesloopt. In het Utrechtsch Nieuwsblad is te vinden dat in 1900 een kamer werd gezocht bij ‘nette menschen’ in de nabijheid van ‘kweekerij Salatiga Poortstraat’. Zo ook dat in 1912 een aankomend bloemist-knecht voor dezelfde kwekerij wordt gevraagd. In een van de Stockmannhofhuizen aan de Bekkerstraat is een gevelsteen ingemetseld met het jaartal 1887. Op deze plaats stond vroeger een koetshuis met dit jaartal. Het is het enige overblijfsel van villa Salatiga.
Bronnen
Oud-Utrecht, Op pad met Oud-Utrecht: Biltstraat ooit tussen landgoederen. DUIC, 4-12-2023
Kreule, J, Steenvoorden, E: Stockmannhof … klinkt best goed, Utrechts Nieuwsblad, 18-03-2006
Voorthuijsen, van A: Stockmannhof: dorpse idylle in de grote stad, Utrechts Nieuwsblad, 14-06-2005
allecijfers.nl; kadastralekaart.com
Met dank aan trouwe Wittevrouwenarchivaris Johan van den Hurk