Chiel Jongerius in zijn ‘p-bar’
Foto: Eric Westzaan
Het Wittevrouwen van de jaren tachtig was een stuk ruiger dan nu. Hele nachten werden doorgehaald in de illegale piekenbar. De bar staat er nog, in een garage waar je je in een Harley Davidsonmuseum waant. Geen lange nachten meer, maar de eigenaar koestert herinneringen aan die tijd.
Een echte kroeg is het nooit geweest, de piekenbar. Een mancave zouden we het nu noemen. De in Oog in Al opgegroeide Chiel Jongerius (61) zocht begin jaren tachtig een woning met inpandige garage, hij had een liefde voor Harleys en wilde ruimte om te klussen aan oude motoren. In Wittevrouwen vond hij de perfecte plek.
In de garage wilde Jongerius zelf aan motoren klussen, maar vrienden mochten ook graag gebruikmaken van zijn gereedschap en ruimte. Zo groeide de garage uit tot een gezelligheidsplek. Jongerius bouwde er een bar in, voor een piek (gulden) konden vrienden er een biertje drinken. Als heuse gastheer bakte hij er tosti’s bij en zo ontstond de piekenbar. Het werd een begrip onder Jongerius’ Harley-vriendengroep. Niet bedoeld voor elke cafébezoeker, maar echte kroegtijgers wisten de piekenbar wel te vinden. Nachten konden er niet lang genoeg duren, wilde verhalen te over, foto’s ervan hangen nu nog aan de muur.
Alles aan Jongerius ademt Harley Davidson. Aan de garagemuur pronkt hij als jonge rocker op oude foto’s: zeventien jaar oud, lang haar, leren jas, op zijn eerste motor. Met de Harleyclub in Amerika op tour naar de Harley Davidsonfabriek. Tientallen Harleyspeldjes op het motorjack. Beelden van Jongerius die met een oude Harley figureert in de populaire televisieserie ‘Oppassen!’ in de jaren negentig. Plaatjes van alle soorten en maten Harleys, geen plekje aan de garagemuur is leeg. Een echte fan en verzamelaar. Een krantenartikel uit 1993 over Jongerius’ verzameling quote: “Het is geen hobby, het is een way of life.”
De, inmiddels wat oudere, rocker Jongerius doet het rustiger aan. In de garage is hij regelmatig overdag te vinden om te klussen. Oude Harleymaten komen vaak langs. Zijn telefoon gaat, aan de andere kant wordt gevraagd waar hij is. ‘In de p-bar’, antwoordt Jongerius. Nog steeds een begrip, die piekenbar.