55-plus? Niet te lang wachten met verkassen!

Bewoner Rob Geensen in de tuin van Nieuw Bleyenburg. Foto: Anne Palsma

Je hoeft er de wijk niet voor uit, kunt huren of kopen èn kunt er als 55-plusser ook nog terecht bij een woongroep. Iedereen kent Nieuw Bleyenburg aan de Jan van Galen- en de Van Esveldstraat, maar weinigen weten wie daar wonen en hoe hun leven eruit ziet.

Tekst: Annet van den Akker

Rob Geensen, bewoner, secretaris van de Vereniging van Eigenaars en beheerder van de uitstekende website nieuwbleyenburg.nl: “Mijn ouders zijn veel te lang blijven wonen in een groot huis. Ze lagen op een ochtend onderaan de trap, en ik wilde beslist niet dat ons dat zou overkomen in ons drie-verdiepingen-huis-met-kelder-en-zolder aan de Poortstraat. De meeste mensen wachten met verkassen tot ze niet meer in staat zijn om zelfstandig te wonen en dan ben je dus te laat! Ik ben op mijn 55e een beetje rond gaan kijken met het oog op een verhuizing naar iets gelijkvloers over vijf tot tien jaar, liefst wel in de buurt van Wittevrouwen. Mijn partner Ruud kwam bij een fysiotherapeut van het Medisch Bewegingscentrum hier beneden, en kreeg de tip dat één van de twee grootste appartementen te koop was. Onder het motto ‘één twee drie in godsnaam!’ zijn we er gewoon gaan wonen en hebben daar nog geen dag spijt van gehad. Het is zelfstandig wonen; als zorg nodig is moet je dat zelf regelen, net zoals je dat zou doen als je aan de Poortstraat woont.”

Buiten wonen in de stad

“Op deze plek stond tot 1999 het SABU-huis, een bejaardencentrum”, vertelt Rob. “Er komen hier nog wel eens mensen melden dat hun moeder toe is aan meer verzorging. Dan zijn ze dus te laat.” Want bij Nieuw Bleyenburg gaat het om zelfstandig wonen, waarbij één van de bewoners van een appartement 55 moet zijn. De instromers komen vaak uit de omliggende wijken Wittevrouwen, Tuin- en Voordorp. Er zijn 65 koopappartementen met een woonoppervlak van 87 tot 125 m2 in het middendeel van het complex. Bij elk appartement hoort een eigen parkeerplaats in de garage en een berging op de begane grond, waar ook de fietsenstalling is. Er zijn 96 huurwoningen, allemaal riante driekamerappartementen van 44 tot 84 m2. Eén verdieping wordt gehuurd door Abrona voor mensen meteen verstandelijke beperking. Careyn exploiteert het restaurant en er is een grote serre voor activiteiten. “Er zijn koffieochtenden”, somt Rob op, “bridge, een internetcafé, wandel- en schildergroep, een filosofieclubje, noem maar op.” De keuken van Rob en Ruud leidt naar een flink terras dat uitzicht biedt op het zachtrode sedumdak van de serre en de fenomenale parkachtige tuin, waar hovenier Mario Nijholt de ‘tuinwerkers’ onder de bewoners coacht. Middenin de stad waan je je in een landelijk oord.

Geborgenheid in de woongroep

Op de open ochtend van de woongroep Tuinwijk licht Jos Dijkhuis het reilen en zeilen van de leden toe: “Veel mensen komen kijken, maar melden zich nog niet aan want ’dat gaan we doen als we ècht oud zijn.’ Onze woongroep telt 30 bewoners die over 24 appartementen verdeeld zijn. We hebben een gezamenlijke huiskamer met een groot terras. De oudste bewoners is 87 en de jongste 58. We bestaan al tien jaar, maar de enorme belangstelling zakte zes jaar geleden een beetje weg, geen idee waar dat aan ligt. Je woont hier veiliger, er is geborgenheid, je hoeft geen trappen te lopen en het wonen in een groep is prettig. De enige verplichting is de ledenvergadering zes keer per jaar.”

Als men zich aanmeldt voor de groep is er eerst een voorbereidingsperiode. Mensen lopen dan een half jaar mee om te kijken of het wederzijds bevalt. Er hoeft niets, maar men kan wel aan alles meedoen. Als iemand definitief wil komen, stemt de woongroep erover. Jos noemt meer voordelen van de groep: “Als ik eens naar een film wil, is er altijd iemand die mee wil. We drinken koffie, hebben een lees- en kookclub en eens per twee maanden trekken we erop uit naar een museum, of iets bijzonders als Pampus. Je leert van elkaar. Je hebt je eigen huis, maar het is gemakkelijk en leuk ‘s even wat met anderen samen doen. En handig dat je daarvoor er niet op uit hoeft!”