Sommigen van u weten het nog: op de hoek van de Bekkerstraat/Zandhofsestraat had je vroeger een breifabriek. Griftstraatbewoonster Truus Kastrop (63) heeft er gewerkt. “Ik begon als meissie van net 15 en ik heb er dertig jaar met plezier gewerkt. We hebben altijd in Wittevrouwen gewoond en gewerkt.
Door Annet van den Akker
Ik zat op school in de Oude Kerkstraat. Daar wilde ik niet meer heen en via via kon ik in ’62 bij Najade komen. Zo heette toen de Tricotage- en Jerseyfabriek Weduwe J. van den Berg en zonen BV. Zoon Joop van den Berg was directeur. Ik begon met het maken van ceintuurtjes. We maakten kleding van tricotstof, dat was jersey van 100% wol. Nadat ik de ceintuurtjes onder de knie had mocht ik draadjes afknippen. Vervolgens stijven en persen en daarna knoopjes aanzetten. En zo heb ik de hele fabriek doorlopen.
Geen draadjes weggooien
Beneden stonden zeven breimachines. Elke ladder in de stof werd opgehaald, want Van den Berg was erg zuinig, je mocht geen draadje weggooien! Boven was het atelier waar de stof werd geknipt. We maakten mantelpakjes, plooirokjes, jassen, truien en vesten. In het atelier stonden vier stikmachines, twee knoopsgatenmachines en drie lockmachines. We kregen geen koffie of thee, alleen chocolademelk die ik maakte. Als er geen klanten waren mochten we voor onszelf naaien, maar alleen als de rollen stof netjes lagen en alle rommel op de vloer was weggeveegd.
Uiteindelijk failliet
Eind jaren zestig ging het niet meer zo best. We zijn toen overgegaan op collen, befjes en haarbanden. Met minder mensen natuurlijk. Je werd er niet goed van, die stápels haarbanden in alle kleuren, in ruitjes, streepjes en visgraat. Toen dat minder werd gingen we over op terlenka en dralon en verkochten we de stoffen aan marktkooplui en particulieren. Dat ging prima, begin jaren zeventig. Uiteindelijk gingen we toch failliet en kreeg ik mijn ontslag. Ik kreeg nog een getuigschrift mee waarin stond ‘over de door mevrouw Th.G. Kastrop verrichte werkzaamheden zijn wij altijd zeer tevreden geweest’, maar ik heb nooit meer gewerkt, ik ben lekker thuis gebleven.”