Het NSB vrouwenkamp van Fort de Bilt

Direct na de bevrijding werden NSB-ers, maar ook mensen die na een ruzie voor het gemak door de buren werden aangegeven, in groten getale in en rond Utrecht opgesloten.

Dat gebeurde eerst in Tivoli, in het pand Plompetorengracht 8, Fort de Bilt en Fort Rhijnauwen. Na een paar maanden werd Fort de Bilt een vrouwenkamp. In het boekje ‘Fort de Bilt, NSB vrouwenkamp’ van Jan Durk Tuinier en Geu Visser komt mevrouw Hijink-Rijnders aan het woord. Zij kwam uit het verzet, was verpleegster en werd aangesteld als commandante van het kamp.  “Moet je nagaan, ik was dertig en kreeg de leiding over duizend vrouwen. Wat een verantwoordelijkheid. Daar zat de vrouw van Mussert bij. Zij was een bezienswaardigheid voor de meeste vrouwen. Ze wilde een bijzondere behandeling, maar daar ben ik nooit aan begonnen.” Tuinier en Visser schreven in 2004  het verhaal op van de al ernstig zieke mevrouw Hijink en zorgden er zo voor dat het niet verloren ging.

In het begin was er niets op Fort de Bilt. Er stonden alleen een paar barakken, er waren honderd bewakers. Vrouwelijke bewaking binnen en gewapende mannen buiten. De vrouwen kregen een rantsoen van 1200 calorieën en hadden in het begin weinig te doen. Ze werden verhoord door de P.O.D., de politieke opsporingsdienst. Het verhoor moest leiden tot een proces verbaal. Vaak was het dit aanleiding tot direct ontslag. Mevrouw Hijink noemt veel vrouwen ‘brood NSB-ers’ zonder enige politieke visie. “In de anderhalf jaar dat ik op Fort de Bilt heb gezeten kon de helft van de vrouwen naar huis.”

De vrouwen zaten zonder kinderen in het kamp. Die waren geïnterneerd in Huis ter Heide,  zonder veel verzorging en zonder medicijnen. De vrouwen wisten vaak niet of hun kinderen nog leefden. Hijink regelde vrachtwagens die de kinderen naar Fort de Bilt brachten. Zo konden moeders hun kinderen even zien. Maar wel nadat Hijink het nummer van hun moeders rug had laten halen. “Dat mocht wel niet, maar ik vond het nodig”.

“Het klink misschien gek”, zegt mevrouw Hijink, “maar er waren een heleboel vrouwen die in het kamp tot rust kwamen. Ze hadden een hectisch leven achter de rug. Een huis vol kinderen en achter de NSB aanholden, die fanatiek waren en dat thuis ook probeerden door te voeren.”

Nu zaten ze bij elkaar, wisselden van gedachten en maakten plannen voor als ze vrij zouden komen. Hijink zorgde voor werk bij onder andere Iglo aan de Croeselaan. De vrouwen liepen daar onder bewaking naar toe en aan het eind van de middag weer terug. “Soms probeerde er weleens iemand te vluchten. Af en toe werd er gescholden door omstanders in de stad, maar het viel erg mee.” Opvallend is haar herinnering aan de bewakers: “Ik heb ook gezien dat er bij bepaalde mensen iets vreemds naar boven kwam omdat ze macht kregen over andere mensen. Ik heb bewakers om die reden op staande voet moeten ontslaan”.

Het boekje Fort de Bilt, NSB vrouwenkamp 1945-1946 is voor 7 euro te bestellen via de website www.vredeseducatie.nl