door Addy de Meij
De wijkraad Binnenstad denkt na over parkeerruimte voor bakfietsen. Hoe zit dat bij ons in de wijk?
Nienke is de eerste en enige bakfietsmoeder bij de Jenaplanschool (19 januari, kwart over drie ’s middags). ‘Ik was een van de eerste “bakfietsvrouwen”. Zag ik soms een soortgenoot, leuk! Zwaaiden we even naar elkaar. Nu begint er echt een genre te ontstaan, het type werkende moeder met jurk, legging eronder, dikke jas en maar zwoegen op je bakfiets. Een bakfiets is niet echt cool meer. Maar ja, ach, dat is maar één kant. Eigenlijk hou ik gewoon van mijn bakfiets, ik heb er heel veel plezier van.’
De bakfiets was niet meteen overal populair. In Tuindorp zelfs not done, volgens een vriendin van Nienke meer iets voor Wittevrouwen. Echter, inmiddels is ook Tuindorp overstag en zijn daar de eerste bakfietsen gesignaleerd. ‘Maar dan wel van die hele mooie: licht hout, gelakt, beter verzorgd. Die van mij begint al af te bladderen…’.
Dag schatje
Met Tuindorp in het achterhoofd nog een stapje buiten de grens gedaan: op naar de Montessorischool in Buiten-Wittevrouwen; daar is het een af- en aanrijden van bakfietsen in alle soorten en maten: even stoppen bij het hek, kind met toebehoren eruit: ‘Dag schatje, fijne dag, kusje’, én door, de volgende dient zich aan.
Bij een inspectierondje ’s avonds door de wijk valt op dat we goed gebruik maken van de openbare ruimte: overal kluiten fietsen op de trottoirs, vastgeketende karretjes, bankjes, driewielertjes, dikke motoren hebben ook een plek gevonden en hier en daar een bakfiets, altijd discreet geparkeerd.
Nienke: ‘Het voelt wel ongemakkelijk, zo’n bakfiets voor je huis, maar weet je, ik heb geen auto, mijn bakfiets is echt een uitkomst. Parkeren is zelden een probleem, alleen bij het station kun je niet terecht’.