Het huis is donker als ik op een namiddag in december onafgesproken aanbel. De redactie heeft een tip gekregen over een man die zijn wc doorspoelt met regenwater, is dat niet een onderwerp voor de wijkkrant? De tipgever weet niet hoe de man heet en waar hij precies woont, maar ze raakten op straat aan de praat en kwamen erachter dat zij beiden regenwater gebruiken.
Ik word door de vrouw des huizes zonder aarzeling meegenomen naar een lichte aanbouw aan de achterkant, waar haar man zit: “Henk, voor jou, ze wil je interviewen. Wilt u thee? Hier staan de koekjes.” Henk: “Ja, het klopt, sinds ’73 werkt mijn regenwatersysteem. Helaas was de oude beerput gebarsten, anders had ik die gebruikt om het water in op te vangen. Gelukkig hoorde ik over tuinders die hun chemicaliëntanks verkochten. Ik kocht er twee: de ene plaatste ik hier onder de vloer, die is voor het toilet, de andere op het dak, daar doe ik de tuin en de auto mee. Het komt zo uit de natuur!”
Hij staat soepel op, opent een luik in de vloer, zodat ik een waterbassin van ruim 1m3 kan zien, met daarin een regenpijp, een afvoer en een pomp. Hij gaat me voor naar de wc en toont hoe schoon het water in de wc komt. Als loodgieter wist hij goed hoe hij het moest aanleggen, maar het is minder moeilijk dan mensen denken. Alle huizen hadden tot begin jaren zeventig een beerput, in iedere tuin of plaatsje is er wel een te vinden, dichtgestort of als je geluk hebt nog open en voor dit doel te gebruiken. En een hydrofoor, de pomp, ook drukverhoger genoemd, kun je in iedere bouwmarkt kopen. Hij kan het aanraden. Een nadeel? Eén keer per jaar filter en bodem schoonmaken. Hulp moeten buurtgenoten van hem niet meer verwachten. Hij is 92 en al lang met pensioen. Hij werkte als loodgieter bij veel gebouwen van de universiteit, ook hier op het Veeartsenijterrein. Hij is eens eerder door de wijkkrant geïnterviewd, toen over de koestal, zoek maar op de website onder Henk Witteman.