Het Hoefijzerhofje: een halve cirkel woningen aan de Hoefijzerstraat
Foto: Eric Westzaan
Wittevrouwen telt wel vier hofjes. Bijna iedereen kent het echt traditionele hofje aan de Goedestraat. Maar er is ook de moderne Pastor Stockmannhof tussen Bekker- en Bouwstraat. En het Luthers hofje aan de Gildstraat, waar je goed naar moet kijken voor je het ziet. En dan is er nog een verrassing, een zelfbenoemd hofje aan de Hoefijzerstraat.Ien Tukker, oudste bewoonster van het Goedestraathofje: “Het is al weer 55 jaar geleden dat ik in hier kwam wonen. Ik was 22 en de jongste op het hofje, waar vooral veel oude weduwen woonden. Je moest wel heel gelovig zijn toen. Mijn dochter werd overal verwend en dus zette mijn man het eerste hekje in de open tuintjes. Er was nog geen douche, de trap liep midden door de kamer en er was een kraantje op de gang. Gelukkig was mijn man handig en maakte een keukentje van de serre. Wij sliepen vóór en onze twee kinderen hadden ieder een kamertje boven.” In ‘83 werden de dertig huizen verkocht aan woningcorporatie Bo-Ex. Ze zouden plaats maken voor een winkelgalerij met daarboven appartementen. In die periode woonden er veel studenten, die een comité oprichtten om dat te voorkomen. Ien: “Mijn man zat daar ook in en dat kwam goed uit, want de bewoonsters luisterden beter naar hem dan naar de langharige studenten! Zo kregen ze het voor elkaar dat alle huisjes gerenoveerd werden.”
Sociaal
Er waren toen veel winkels in de Goedestraat. Ien en dochter Wiljo, die even langskomt, vallen elkaar haast in de rede bij het opsommen: een atelier voor maatpakken, een lingeriezaak, kapper, schoenwinkel, fietsenwinkel, autospuiterij, timmerfabriek, lasser, schildersbedrijf van Zanten, drie bakkers, drie slagers, slijterij Snel met daarnaast een sekswinkel en daartegenover een gereformeerde groenteboer. Ien: “Het was hier altijd heel sociaal. Je zorgde goed voor elkaar, maar je liep de deur niet plat bij elkaar. Nu is dat anders: iedereen werkt en er zijn minder kinderen. Er wonen nog maar weinig mensen van vóór de renovatie. Maar het is niet zo dat je hier dagenlang dood ligt, we letten respectvol op elkaar. Iets bijzonders met Kerst? Nee, dan is iedereen op zichzelf, maar met Oud en Nieuw steken we vuurwerk af.”
Hoefijzerhofje
“Jazeker, dit is een hofje!”, roept een bewoonster die op het punt staat weg te fietsen, “dit heet het Hoefijzerhofje. Logisch, het ligt aan de Hoefijzerstraat. Maar ik moet door!” Bewoonster Imke Lebesque geeft tekst en uitleg: “Toen dit hele gebied onderdeel uitmaakte van de faculteit Diergeneeskunde waren hier de stallen voor de grote proefdieren. In de tijd dat de faculteit naar de Uithof verhuisde is er veel actie gevoerd om sloop te voorkomen. Van de gebouwen zijn elf woningen gemaakt, een hof inderdaad, maar zo staat het niet officieel bekend.” Imke woont centraal in de hoogste woning. Het binnenterrein van het hofje is gemeentelijk openbaar groen en geadopteerd door de bewoners. Het is sociale woningbouw en woningcorporatie Bo-Ex beheert ook dit hofje. Imke wijst op het prachtige uitzicht en de rustige maar toch centrale ligging: “Niemand wil hier weg, het verloop is minimaal. Samen met nog vier mensen woon ik hier al vanaf het begin, in 1988. Daarom wonen er nu vrijwel geen kinderen meer. De speeltoestellen zijn weg, maar er is wel een zitje dat we intensief gebruiken in de zomer. Dan is er veel ‘buiten’contact. Met Oud en Nieuw maakt een hofbewoner een vuur op het middenpad. Mooi is dat.”
Geschiedenis van het Goedestraathofje
Ruim 150 jaar geleden woonden Utrechtse arbeiders vaak in achterbuurten waar de zon zelden scheen. Gebrek aan hygiëne zorgde voor cholera, tyfus en andere besmettelijke ziekten. Daarom richtte een groep van vooral adellijke mensen op 1 april 1854 de ‘Vereeniging tot Verhuring van Woningen aan de Arbeidende Klasse’ op. Dit zou ook de zedelijkheid, orde en spaarzaamheid moeten bevorderen. Zij zorgden ervoor dat het Goedehofje gebouwd werd. Op de gevelsteen boven de toegangspoort van het hofje staat vermeld dat de eerste steen gelegd is op 15 juni 1854 door de zesjarige jonkheer van Asch van Wijck, de kleinzoon van de Utrechtse burgemeester Hubert Asch van Wijck. Het Goedehofje lag toen nog tussen de tuinderijen en weilanden. Een jaar daarna kon het U-vormige hofje betrokken worden. Dat bestond uit negentien kleine tweekamerwoningen, elf wat grotere huizen en een binnentuin. De eerste bewoners van het hofje waren protestante arbeiders; een metselaar, sigarenmaker en smidsknecht. De landweg waar het hofje aan lag, werd bestraat en kreeg tot 1889 de naam Goedesteeg.
Na 1945 komt het hofje onder bestuur van de Hervormde Diaconie. Intussen waren de huizen behoorlijk aan het verkrotten. Inmiddels is Stichting Wonen 2000 (later Bo-Ex) eigenaar geworden. Sloop werd afgewend en in 1983 werden de huizen van binnen volledig gerenoveerd. Ook aan de buitenkant kregen ze een fikse opknapbeurt en kwam het hofje op de Monumentenlijst te staan.
De andere twee hofjes in Wittevrouwen – het Luthers hofje en de Pastor Stockmannhof – zijn eerder in de wijkkrant beschreven: Tien huizen voor fatsoenlijke gezinnen (december 2012) en Het geluid van kinderen en vogels (juni 2016).
Bronnen:
- Het hofje aan de Goedestraat, Janjaap Luit, Bo-Ex, 2005;
- Hofje Goedestraat viert 151-jarig bestaan, Wittevrouwen.nl;
- Het Goedehofje en het kleine metselaartje, Ons Utrecht, 2012;
- U-terrein ons terrein! Het diergeneeskundeterrein en de wijk Wittevrouwen: vroeger, nu en in de toekomst, werkgroep Universiteitsterrein, 1985.