Marc Rijnbergen
Foto: Eric Westzaan
Zijn opa en vader zaten allebei in de scheepvaart, toch was het voor Marc Rijnbergen niet zo vanzelfsprekend ook die kant op te gaan. Als kind ervoer hij de nadelen ervan, zijn vader was vaak lang van huis. Maar toen hij als veertienjarig jochie op zijn vaders laatste vaart meevoer wist hij ineens: dit wilde hij ook.
Vrijheid, dat was wat zowel hem als zijn vader trok in het zeemansbestaan. En nog steeds maakt dat zijn beroep aantrekkelijk. Niet van negen tot vijf op kantoor, maar zelf je eigen koers bepalen op zee.
Marc werkt als eerste stuurman – de man direct onder de kapitein – op een boorschip. Een schip dat niet vaak vaart, maar 120 kilometer uit de kust van Maleisisch Borneo stil ligt. “Als stability section leader houd ik met een team het schip op de juiste positie. We varen nergens heen, maar door stroming, wind, et cetera beweegt het schip altijd. Er moet continu gecorrigeerd worden voor natuurlijke elementen, zodat het schip op de juiste plek blijft liggen en verbonden blijft met de (olie/gas)put. Dit wordt gedaan door middel van Dynamic Positioning.” Soms is dat spannend, bijvoorbeeld als er extreem weer zoals een orkaan op komst is. “Op tijd beslissen om alles los te koppelen en weg varen is dan soms de enige optie.”
Naast het stabiel houden van het schip, regelt Marc ook logistiek (aan- en afvoer materiaal om olie/gas te boren) en veiligheid aan boord. “Dat is misschien wel het belangrijkste, werken op een boorschip is zeker niet zonder risico’s. Als er bijvoorbeeld brand uitbreekt moet iedereen alert zijn en weten wat hij moet doen.”
“Vroeger, in de tijd van mijn vader, waren de perioden dat je op zee was heel lang. Acht maanden tot een jaar van huis. Voor mijn moeder was dat zwaar, met twee kleine kinderen. Nu is dat gelukkig anders. Ik werk zelf 28 dagen ‘op’ en 28 dagen ‘af’, en dat is eigenlijk wel lang genoeg. Zeker nu ik zelf ook een gezinnetje heb. Maar toch is dit wat ik wil doen. De zee blijft trekken.”