Thio wordt Chi

De komende en gaande man, Thio (l) en Chi.
Foto: Eric Westzaan

Het zal niemand ontgaan zijn: snackbar Thio in de Poortstraat is verbouwd en opgeschilderd en heet nu snackbar Chi. Na 27 jaar een ander gezicht achter de toonbank, een nieuw interieur, een ander assortiment. De Wijkkrant sprak met Tjoh Hwat Thio die de snackbar 27 jaar runde.

Gelukkig werkt hij in de weekenden van 17 tot 20 uur nog in zijn oude snackbar, om de nieuwe eigenaar Hong Guang Chi een beetje wegwijs te maken. “Chi werkte in een Chinees afhaalrestaurant en was op zoek naar een snackbar. Hij kwam kijken en was enthousiast. Toen was alles snel rond.” Thio’s vrouw, met wie hij de zaak runde, wilde meer tijd om op de kleinkinderen te passen. In zijn eentje de snackbar draaien was geen optie, dus zocht Thio een koper. “Zelf wilde ik eigenlijk nog niet met pensioen. Na 27 jaar is het wel wennen.” Hij gaat elke ochtend sporten, en haalt en brengt zijn kleinkinderen, maar het contact met de klanten mist hij. “In het weekend is het gezellig om de mensen uit de wijk weer te zien en een praatje te maken.”

Klanten blijven

Thio kocht de snackbar indertijd van Van Leeuwen, via een advertentie in de Telegraaf. “Ik had een snackbar in Amsterdam-Noord en we woonden in Houten. Ik zocht dus iets dichterbij. Toen ik hier in de wijk kwam kijken, was ik meteen verkocht. Aardige mensen, leuke wijk.” In de loop der jaren zag Thio mensen komen en gaan. “Mensen met kinderen die buiten de stad gingen wonen, kwamen vaak nog terug voor een praatje. Ik zag kinderen opgroeien en zelf vader worden.” Tot zijn spijt zag hij bovendien nagenoeg de hele middenstand uit de straat verdwijnen.

Nieuwe eigenaar Chi onderscheidt zich duidelijk van zijn voorganger met veel nieuwe producten en zelf gemaakte frieten. “Bij de aankoop van de snackbar was voor mij de wijk belangrijk. Hier wonen aardige mensen. Maar ook dat een snackbar veel kleiner en overzichtelijker is dan een restaurant.”
Volgens Thio doet Chi het heel goed. “Mijn oude klanten blijven komen, dat is het beste bewijs.”