Deze eerste vrijdagochtend na de zomervakantie heerst er in het schoolgebouw aan de Oude Kerkstraat een rustige, werkzame sfeer; wat leerlingen zijn bezig op de gang, uit de lokalen klinken kinderstemmen. Jaap Nelissen tref ik in zijn deels al ontruimde kantoor – zijn opvolgster als directeur is per 1 augustus begonnen, met boven op de lege boekenkast meerdere voetbalbokalen.
Kinderen in een goede sfeer wat leren en de boel zelf organiseren past hem van jongs af aan goed. Met het PABO-diploma op zak belandt Jaap in 1986 waar hij wil zijn: in een pittige bovenbouwgroep op de Jenaplanschool Wittevrouwen, als leerkracht. In 1997 vertrekt hij om elders directeur te worden, tot zijn spijt, want hij is verknocht geraakt aan deze school en wijk. Hij woont er, is getrouwd met een ouder van school, speelt in een band en sport met buurtgenoten en collega’s. Dus als de functie van directeur in Wittevrouwen vrijkomt, aarzelt hij niet. In januari 2000 begint hij er als directeur. “Die eerste jaren praatte ik me de blaren op de tong om de gemeente ervan te overtuigen dat de gebouwen aan groot onderhoud toe waren”, vertelt Jaap. “Pas in 2011 kregen we groen licht. De Poortstraatschool werd totaal gerenoveerd met nieuw sanitair, luchtbehandeling, nieuwe verwarming, lokalen op zolder, akoestische plafonds én werd in oude glorie teruggebracht. De Oude Kerkstraat kreeg drie nieuwe lokalen op het bestaande gebouw.”
Kinderen uit het AZC
Hoewel de wijk verandert – van arbeiderswijk naar een met veel hoogopgeleide tweeverdieners – blijven er voldoende leerlingen. “Nu krijgen we ook kinderen uit AZC Starlodge en kinderen van expats, en kinderen die op andere scholen niet op hun plek waren.”
Hij ontmoet weinig problemen bij het vinden en houden van juffen en de school is blij met relatief veel meesters. Jaap kan zich opwinden over geluiden dat de kwaliteit van het onderwijs achteruitgaat. Daar is hij het absoluut niet mee eens. In vergelijking tot zijn eigen schooltijd zal foutloos schrijven, hoofdrekenen en parate kennis vast minder zijn, maar de kinderen van nu zijn zoveel sociaalvaardiger, breder georiënteerd op de wereld om hen heen, weten waar ze kennis kunnen vinden, durven zich meer uit te spreken voor een groep en zijn creatiever en sportiever. Jaap glimt als hij vertelt: “Ik was zó trots toen een paar bovenbouwers deze zomer een actie begonnen voor hun klasgenoten van het AZC, die uitgezet dreigden te worden.”
Drijvende kracht
Iedereen die ik spreek, bij een belrondje met collega’s, ouders en oud-leerlingen, roemt Jaaps tomeloze inzet. Relinde van der Grinten, adjunctdirecteur: “Jaap kan mooi spreken! Als hij leidinggeeft aan een verandertraject of teamleden toespreekt, altijd persoonlijk en met iets over de geschiedenis en actualiteit. Jaap is de drijvende kracht achter veel grote schoolevenementen. Voor ‘Son en Lumière’, een klank- en lichtspel, schreef hij de tekst, over Wittevrouwen. Dan vergeef je hem graag dat hij na ieder overleg z’n koffiekopje maar halfleeg drinkt.”
Een oud-leerling appt: “Ik moet meteen denken aan hoe hij met volle overgave de zonnedans leidde met de hele school bij een weekopening. Dan riep hij allemaal random kreten met grote bewegingen die iedereen moest nadoen. Was eigenlijk echt wel vet, hoe hij dat deed.” Waarop een ander reageert: “Lachen. Bij mij schiet te binnen hoe fanatiek hij was met schoolvoetbal en met de musical.” Relinde nuanceert: “Het vuur is gebleven, het fanatisme met de jaren wel geluwd.” Ouders waarderen zijn informatieve en veelgelezen nieuwsbrief en de verbindende tradities als het Pleinfeest en het Ouderfeest, met Jaap als leadzanger van de band. “Maar berg je als het geluid slecht afgesteld staat.”
In november komt er een afscheidsweek. Jaap: “Tja, ik weet alleen dat onze band speelt op het slotfeest.” Wat hij na z’n vertrek gaat doen ligt nog open. Eerst een verbouwing van zijn huis en een grote reis. En dan? “Meewerken aan de wijkkrant lijkt me wel wat.”
Als ik de school uitloop is ‘t speelkwartier begonnen, op het Jaap Nelissenplein.
Jenaplanschool
De Jenaplanschool is de enige basisschool in Wittevrouwen. Dat was in de jaren zeventig wel anders, toen waren er in Wittevrouwen, zoals in veel wijken, nog drie zuilen vertegenwoordigd: een katholieke school aan de Poortstraat, de protestants-christelijke Bouwstraatschool en aan de Oude Kerkstraat stond een openbare lagere school. Lagere scholen en kleuterscholen waren nog gescheiden. De Reiger, een openbare kleuterschool, zat op de Poortstraat, bij de katholieken in. Het verhaal wil dat zowel kinderen als leerkrachten van de twee scholen elkaar pestten, met bijvoorbeeld slaan op verwarmingsbuizen of uitroken met aangebrande popcorn. De openbare school stond niet goed bekend en was met nog maar vijftig leerlingen op sterven na dood. Maar de toenmalige wethouder wilde beslist een openbare school voor de wijk behouden. In 1982 werd een nieuwe directeur aangetrokken, die besloot er een jenaplanschool van te maken. Jenaplanonderwijs stelt het kind centraal. Specifiek voor jenaplan zijn de meerdere leerjaren bij elkaar in een stamgroep. Zelfstandigheid én werken in en als groep zijn belangrijk. De vier belangrijkste pijlers van het jenaplanonderwijs zijn: gesprek, spel, werk en viering.
Het team moest natuurlijk wennen aan zo’n heel nieuw systeem en toen Jaap Nelissen in 1986 als jonge onderwijzer hier begon was het nog vooral een ‘jena-van-plan-school’. Maar het imago van de school was door het nieuwe elan van het onderwijs verbeterd en – geheel volgens de tijdgeest – sloten de twee confessionele scholen in de wijk. Zo groeide de Jenaplanschool Wittevrouwen, inmiddels gehuisvest in twee panden – het schoolgebouw uit 1905 aan de Poortstraat en het gebouw aan de Oude Kerkstraat – naar rond de 650 leerlingen. Dit aantal is al jaren min of meer stabiel.