Wonen in het Ooglijdersgasthuis, echt een buitenkans!

Het voormalige Ooglijdersgasthuis is de afgelopen jaren omgebouwd tot een complex met in totaal 44 appartementen. Daarnaast verrezen aan de Cornelis Evertsenstraat elf nieuwe stadswoningen. Nu alle huizen en appartementen zijn bewoond, en de planten wortel hebben geschoten in de tuinen en balkonpotten is het tijd bewoners en omwonenden eens te vragen hoe het gaat.

Ieder appartement in het complex is anders, maar allemaal hebben ze ruime kamers, hoge plafonds, ongewone plattegronden en een eigen buitenruimte. De lange brede gangen bewaren de sfeer van het statige voormalige ziekenhuis. Er is een appartementengebouw met zes wooneenheden en in de binnentuin staan vier lage woningen. Onder de nieuwbouw in de Cornelis Evertsenstraat is een parkeergarage met tachtig plaatsen. Het complex heeft een gemeenschappelijke binnentuin met hekken waarin de letterkaart van geneesheer-directeur Herman Snellen is gestanst.

Torentje

Diane Klok kwam met haar vader kijken toen het complex nog in aanbouw was. Hij verklaarde haar voor gek dat ze zo’n vreemd appartement overwoog. Maar zij viel voor het torentje dat nu haar werkkamer is, de contouren van een oude trap die nog in de keukenmuren zichtbaar zijn en de brede veranda waar hele ziekenhuisbedden op pasten. Ze vertelt over het prettige contact met de buren, boodschapjes bij ziekte, uitjes naar Vredenburg en activiteiten om de omgeving rond het pand schoon te houden.

Dorien Staal groeide op in de F.C. Dondersstraat en plukte als kind bramen langs de spoorbaan. “Als ik een afspraak had op de polikliniek oogheelkunde haalde mijn moeder een volgnummertje en kon ik blijven spelen tot ik aan de beurt was.” Toen Dorien de bouwtekeningen zag wist ze onmiddellijk dat ze dit appartement wilde, met twee ruime lichte kamers en uitzicht op het bladerdak van de platanen langs de spoorlijn. Dorien, werkzaam in de bouwwereld, spreekt met respect over hoe netjes het hele project is opgeleverd.

Veilig spelen

In de Klaverstraat droomde Max Sonnen ervan hoe hij een strak, ruim en duurzaam huis in Wittevrouwen voor zijn gezin zou kunnen bemachtigen. Een afgeleefd studentenhuis kopen, strippen en opnieuw opbouwen leek hem de enige mogelijkheid. Tot hij op een nacht al scrollend stuitte op de plannen voor de nieuw te bouwen duurzame stadswoningen aan de Cornelis Evertsenstraat. Voor deze elf huizen waren veertig gegadigden die hun woonwens konden toelichten. “Ik vermoed dat er is gekozen voor gezinnen met kleine kinderen die al in de buurt woonden. Het is hier geweldig wonen. Alle kinderen spelen veilig in de afgesloten binnentuin; soms vind ik zelfs een spelend buurtkind in mijn huis.”

Barbara de Vos en André Hemmelder zetten zich in voor de VVE van het oude deel. Het gebouw is een rijksmonument, dat stelt speciale eisen aan het onderhoud. Zo balanceerde een inspecteur van de Monumentenwacht eens vervaarlijk in de dakgoot. De VVE vergadert in de oorspronkelijke, gemeenschappelijk te gebruiken, regentenkamer.

Eén appartement, gebouwd waar eerst de doorgang voor het bouwverkeer was, stond al langere tijd leeg totdat Esther Herber daar vorig jaar de charme van inzag. De geboren Utrechtse, ooit uit de stad vertrokken voor meer ruimte voor haar gezin, was dolblij terug te kunnen keren en dan ook nog naar zo’n modern, licht huis, mét een eigen parkeerplek.

Warm welkom

Door het warme welkom van de omwonenden ontstond meteen een mooie traditie: het jaarlijkse ABCD-buurtfeest – wat staat voor Alexander Numan, Bleyenburg, Cornelis Evertsen en Donders.

Is er dan niets wat niet goed is? Na lang nadenken komen ze op de ernstig wateroverlast in de nieuwbouw de eerste tijd, en de schimmel in de oude kelders die nog niet helemaal is opgelost. Voor een aantal omwonenden is het uitzicht beperkter geworden, maar van de gevreesde schade aan hun huizen of van stijgend grondwaterpeil is gelukkig geen sprake.

Met de auto kunnen al deze bewoners maar via één straat de wijk uit komen, dat is een gemeenschappelijke zorg en ergernis. En de verlichting van de wijzerplaat in de toren moet nog steeds in oude luister worden hersteld.

Ooglijdersgasthuis 

De karakteristieke torens vormen een onmiskenbaar herkenningspunt van het Ooglijdersgasthuis aan de F.C. Dondersstraat. Het ziekenhuis is in 1894 gebouwd door architect Dirk Kruijf op initiatief van de beroemde Nederlandse oogarts en hoogleraar Franciscus C. Donders en zijn opvolger Herman Snellen, die meer ruimte nodig hadden voor hun oogziekenhuis. Ze zamelden geld in, vandaar ook de tekst op één van de gevelstenen: ‘Liefdadigheid, de grondslag van ’t geheel’. Dirk Kruijf liet zich inspireren door de stijl van de Hollandse Renaissance van de zeventiende eeuw, met rode baksteen en witte speklagen, vierkante torens met spitse daken en een klok met een prachtige, gekleurde wijzerplaat. Later werden steeds delen aangebouwd, in de jaren dertig aan de toenmalige Bleyenburgstraat, en in de jaren zestig aan de Cornelis Evertsenstraat en op het binnenterrein. Na een kleine honderd jaar verhuisde het oogziekenhuis naar het Academisch Ziekenhuis Utrecht. Hogeschool Utrecht gebruikte de gebouwen tot ook de hogeschool in 2015 naar de Uithof vertrok.

Onze wijkkrant berichtte trouw over de ontwikkelingen rond het gebouw. In 2011: ‘Ooglijdersgasthuis verkocht’ en ‘Koper wil niet opknippen’. In 2015: ‘Toekomst wordt wonen’ en ‘Buurtcomité: Kan het iets minder, veel, hoog en diep?’ En in 2021 een eerste indruk van kersverse bewoners: ‘Wonen in het Ooglijdersgasthuis’.

De projectontwikkelaar zocht destijds voor het hele complex een maatschappelijke bestemming en dacht aan aanleunwoningen, kinderopvang, zorghotel of een internationaal wetenschappelijk centrum. Het werden uiteindelijk appartementen en nieuwbouwwoningen met daarin vele tevreden bewoners, met gemeenschapszin.