Wittevrouwen tijdens de oorlog – Een spoor van brandende wrakstukken

Door Michel Simons

Op 23 juni 1943, 00. 56 uur stortte een bommenwerper neer op Wittevrouwen.
Een gebeurtenis die een onuitwisbare indruk heeft gemaakt  op wijkbewoners die in de oorlog hier woonden.

In de middag van 22 juni 1943 klopt majoor Werner Streib in Venlo vol vertrouwen op de romp van zijn Heinkel He 219. Streib heeft daar alle reden toe. Hij is een van de beste Duitse gevechtspiloten die in Nederland zijn gestationeerd en heeft met zijn gloednieuwe geavanceerde nachtjager de laatste elf dagen al vier geallieerde bommenwerpers neergeschoten.

Op het vliegveld Bourn in Cambridgeshire maken piloot George Armstrong, navigator John Mansfield en de andere bemanningsleden zich klaar voor hun missie naar het Roergebied. Ook zij zijn trots op hun vliegtuig, want hun Lancaster ED928-bommenwerper is pas drie weken oud. Het vliegtuig is voorzien van vier sterke Rolls Royce V12-motoren, een grote verbetering vergeleken met de Manchester, waarvan de zwakke Vulture-motoren vaak door oververhitting boven vijandelijk gebied in brand vlogen. De weersvoorspelling is goed: middelhoge bewolking tussen 15.000 en 18.000 voet die boven het doelgebied, de staalfabrieken in Mülheim, waarschijnlijk zal zijn opgelost.

De bewoners van Wittevrouwen weten die middag dat er weer een onrustige nacht zal volgen. De afgelopen week zijn er meer dan 2400 geallieerde vliegtuigen over Nederland gevlogen om het Roergebied te bombarderen. Tientallen daarvan zijn boven Nederland neergehaald. Ze zullen proberen wakker te blijven en door hun verduisterde zolderraampjes naar de spookachtige schimmen van de vliegtuigen kijken als die door de Duitse zoeklichten vliegen. Wanneer het alarm gaat zoeken ze dekking onder de trap of in de kelder.

Om 00.54 die nacht meldt de luchtaanvalwaarnemer vanaf de Dom dat een brandend toestel in oostelijke richting neerstort. Of de Lancaster is geraakt door Streib c.s. of door luchtafweergeschut is niet duidelijk, maar zeker is dat de bommenwerper in de lucht is explodeerd. Het toestel trekt een spoor van brandende wrakstukken en benzine.
De eerste brokstukken komen neer in de Kapelstraat. De brandbommen uit het bommenruim veroorzaken branden waarin het echtpaar Boer, hun twaalfjarige zoon Johan en de vierjarige Aart Stravers omkomen. Vlakbij, op Obrechtstraat 20 slaapt Cornelis van Heelsum. Een stuk vleugel slaat door het dak, schampt langs zijn bed en gaat dwars door de vloer naar de benedenverdieping. Cornelis – nog heelhuids – staat op en stort in het gat. Hij overlijdt aan zijn verwondingen.

J. Maarschalkerweerd beschrijft later zijn herinneringen aan de ramp. Hij is vijf en ziet het staartwiel voor de deur in de Zandhofsestraat liggen. Zijn moeder rent doelloos met zijn broertje onder de arm heen en weer en de overbuurman roept in paniek dat er een bom in zijn huis ligt. Waarop zijn vader antwoordt dat hij echt niet naar binnen gaat om het ding te halen. Later blijkt het om een sissende zuurstofcilinder te gaan.

Even verderop in de Bollenhofsestraat zit het echtpaar Tomassen op de rand van hun bed als achter hen een bemanningslid met ongeopende parachute door het dak in het bed valt. Hij draagt een leren met bont afgezet vliegeniersjack en is waarschijnlijk al tijdens de explosie in de lucht gedood. Het lichaam wordt de volgende dag door de Duitsers met een touw om de voeten naar beneden getakeld en op een vrachtwagen gegooid. Een andere vliegenier komt wel met parachute naar beneden, maakt slaat tegen een huis in de Bollenhofsestraat. Maarschalkerweerd herinnert zich dat zijn hersenen tegen de muur geplakt zaten.

Twee van de zeven bemanningsleden overleven de ramp. Een van hen landt in de achtertuin van Takstraat 8. Beiden zijn gewond. Ze worden verzorgd door huisarts Van Nieuwenhuizen, maar al snel door de Duitsers ingerekend. De vijf omgekomen vliegeniers liggen op begraafplaats Soestbergen aan de Gansstraat.

Bron: J.C. Maarschalkerweerd, Een nacht, een Lancaster. ’40-’45 Toen en Nu. Bibl.HUA XVIII C 53
Met dank aan de heer E. van der Zeeuw uit de Goedestraat.

1. en 2. Kapelstraat. Deel romp, linkervleugel met binnenste motor en het bommenruim met brandbommen. Vier doden. Twee huizen (nr. 47 en 49) branden af.

3. Obrechtstraat 20. Deel van vleugel met brandstoftanks door het dak. Eén dode.

linkermotor-in-de-Bouwstraat

4. Bouwstraat. Linkerbuitenmotor midden op straat

Neuskoepel door het plafond in de Palmstraat

5. Palmstraat 38. Complete neus met geschutskoepel door het plafond van de slaapkamer.

6. Gildstraat. Dood bemanningslid op straat voor nr. 94.

7. Poortstraat. Cockpit met controle-instrumenten en stoel van de piloot op straat voor nr. 35a.

8. Takstraat. Gewond bemanningslid in achtertuin van nr 8.

9. Bollenhofesestraat. Dode vlieger door het dak in het bed van de heer en mevrouw Tomassen.

10. Bleyenburgstraat. Radio, radar en bommenrichtapparatuur langs de spoorlijn, Ezelsdijk (Huizingalaan) staartstuk en bommenrichtapparatuur.

Zie ook: http://www.davidelliswilliams.co.uk/lastflight.html en http://www.basher82.nl/