Hoe was het toen de wijkkrant veertig jaar geleden begon? Een deel van de redactie uit de jaren zeventig, toen allemaal twintigers, kwam bijeen en blikte terug op een roerige tijd. De oud‐redacteuren bladeren door de oudste exemplaren van de wijkkrant.
Door Michel Simons
Beatrijs Lubbers wijst vertederd op een artikel met foto in het nummer uit december 1973. Het gaat om een actie op het Haagse Binnenhof tegen een huisuitzetting van een familie uit de M.H. Trompstraat. Het huis was eigendom van CHU‐Eerste Kamerlid Scholten en dat was reden genoeg om met een delegatie bewoners uit Wittevrouwen naar Den Haag af te reizen. Ondanks de forse huurschuld haalde de politicus Scholten snel bakzeil. De familie mocht blijven. “En het leuke ervan was,” zegt Irene Kasbergen, “dat er ook oudere bewoners mee gingen. Zoals mevrouw van Putten en haar vriendinnen. We noemden ze ‘de dames’.” Kor Al vult aan dat ook andere oudere, invloedrijke wijkbewoners, zoals slager van Maarseveen, lid waren van het wijkcomité dat actie voerde tegen allerlei missstanden. Want één ding is snel duidelijk. De jaren zeventig stonden in het teken van het actievoeren.
Bij het doornemen van enkele willekeurige nummers uit de jaren zeventig blijkt dat de kranten vooral bestaan uit het aankondigen en verslaan van acties ‐ in de jaren zeventig gespeld als aksies ‐ tegen verkrotting, leegstand en te hoge huren, of uit initiatieven voor meer groen, stoeptuintjes, een crèche of muurschilderingen. Soms ging dat er geslepen aan toe. Het staat alle redacteuren nog helder voor de geest hoe opgetrommelde bewoners het plan voor ‘WijkTV’ van het Utrechts Nieuwsblad de grond in boorden. Het UN werd gezien als ‘de burgemeesterskrant’ die altijd opkwam voor het belang van de bestuurders. Op listige wijze werd achterhaald wanneer UN‐hoofdredacteur Max Snijders de wijk zou bezoeken. Hij werd opgewacht door een menigte die door te zwijgen liet blijken dat Snijders beter weer kon vertrekken. WijkTV is er nooit gekomen.
De wijkkrant werd gemaakt in het buurthuis ‘De Klopper’, tegenwoordig de Warmoes. Alle 3500 exemplaren kwamen als losse velletjes uit de stencilmachine en moesten dan worden geraapt, ofwel in de juiste volgorde gelegd. Tijdens het rapen voerde de redactie gewichtige politieke discussies. Irene sympathiseerde met de CPN, Beatrijs met de PvdA. Van de SP moesten ze niets hebben. “Die kwamen de wijk in, bemoeiden zich nergens mee en voerden alleen actie voor hun eigen gewin,” herinnert Kor Al zich. Nadat er een nietje door de stapeltjes was geslagen, werden de kranten meegenomen door zogenaamde ‘straathoofden’. Die brachten de kranten rond in hun eigen straat en hadden de opdracht bij iedereen aan te bellen en het belang van de beschreven acties en projecten onder de aandacht van hun buren te brengen.
Kor Al probeerde samen met zijn huisgenoot Henk van Veen ook iets leuks in de krant te krijgen. Een kinderhoekje of de rubriek ‘ Ontdek je plekje’. “Wij werden de afdeling Libelle genoemd”. En terecht volgens Irene Kasbergen, die meer voor de harde lijn was. Tekenaar Jan van Teunenbroek kijkt met genoegen naar zijn tekeningen van toen. Het kon hem niet duidelijk genoeg zijn. Hoge heren deugden niet en werden steevast met dikke buik en hoge hoed afgebeeld. “De tekeningen van de politieke tekenaar Albert Hahn waren mijn voorbeeld. Je weet wel, die van ‘Gans het raderwerk staat stil’.” Beatrijs Lubbers heeft goede herinneringen aan de tijd waarin de samenleving als maakbaar werd gezien. “Het had iets hoopvols.” Over de vraag of de krant werkelijk invloed heeft gehad is men bescheiden. Als de bewoners niets hadden gedaan was een deel van de wijk verkrot en wellicht afgebroken. Maar dat de wijk behouden is gebleven, heeft volgens de oud‐redacteuren een andere oorzaak. “Een deel van de woningen was particulier bezit,” zegt Lubbers, “dat voorkwam dat hele blokken konden verkrotten. Sommige huizen werden namelijk wél onderhouden. Grootschalige afbraak, altijd in de hoofden van de bestuurders, was daardoor niet mogelijk.” Blijft natuurlijk de vraag welk advies de eerste redacteuren geven aan de huidige redactie. Het antwoord is voorspelbaar en wordt met het nodige gelach gegeven. “Meer aksie, maar wel gespeld met ks.”