Judith in haar hoge tuinkamer 

Foto: Annet van den Akker

 

 

 

 

 

 

 

 

 De afgelopen vier maanden kondigde Ons Utrecht het voornemen van niet minder dan acht Wittevrouwenaren aan om hun pand met een dakterras te verrijken. Dat lijkt haast een trend. De gemeente Utrecht is het daar wel mee eens. Een diepgaand hoogteonderzoek is aan de orde.

Door Annet van den AkkerHet dakterras van Jan Wiebe en Celine van Niejenhuis in de Gildstraat is vanaf de straat goed te zien. Het kijkt gezellig uit op de talrijke achterburen en het terras van de overbuurman. Celine en echtgenoot kochten het huis drieënhalf jaar geleden, inclusief terras. Celine: “Het is natuurlijk erg leuk, zo’n terras op je dak, zeker omdat deze huizen aan het begin van de Gildstraat alleen maar een klein plaatsje en balkonnetje hebben. Maar we zitten er bijna nooit. Er is enorm veel wind en we hebben een kleintje van vier maanden, voor wie dat natuurlijk helemaal niks is. Als het lekker weer is gaan we naar het park, heerlijk. Voor onze buurman geldt precies hetzelfde, die zit ook nooit op zijn dakterras, véél te véél wind.

Oase

Anders is het bij Judith. Zij woont net een jaar in het bis-huis van vriend Marnix van der Meer aan de Van Brakelstraat. Hij bouwde het dakterras zelf. Van de straat af gezien zou niemand een dakterras vermoeden; de mooie gevel in Amsterdamse schoolstijl is geheel intact. Na drie trappen biedt een doorzichtig luik toegang tot een oase in de vorm van een openluchttuinkamer, met mooie houten zitjes en een bloemenzee. Aan één zijkant schermt zacht wuivende bamboe het terras van de buren af. “Het waait hier wel maar als je laag zit, is dat alleen maar lekker,” stelt Judith, “we zitten hier vaak en hebben zelfs een kacheltje voor als het wat kouder wordt. Onze buren zitten nog vaker op hun terras. Het is een heerlijk plekje, het is er heel stil, je hoort er vooral vogels. Niemand kan je hier zien, je bent even weg van alles en iedereen, dat voelt heel vrij. Naar welke kant ik het liefst kijk vanaf het terras? Naar boven, naar al die prachtige wolkenluchten natuurlijk.” Geen wonder, die trend.